Afhankelijk van de planten en mijn ervaringen bepaal ik de wijze van overwinteren. Veel vaste planten overwinter ik onder een dek van bladeren. Hoe vorstgevoeliger, hoe dikker het bladerdek.
De meest vorstgevoeliger planten laat ik overwinteren in de verwarmde kas op ca. 5 gr. Celcius wanneer ze in hun rustfase beginnen te komen. Omdat mijn ruimte in de kas beperkt is moet ik keuzes maken. De Musa sikkemensis (Vezelbanaan), was één van de eerste planten die ik dus buiten heb laten overwinteren.
Nu is dit in principe redelijk makkelijk uitvoerbaar mits je de wortels maar vorstvrij kan houden. Immers de Vezelbanaan is geen boom maar een hele grote vaste plant en zal vanuit de wortels weer nieuwe scheuten maken. Het word een ander verhaal, wanneer je zoals ik, de complete stam buiten wil laten overwinteren. De stam van de banaan bestaat uit cellen gevuld met water. Hierbij ga ik als volgt te werk; in het najaar knik ik zijn bladeren tot ze naast de stam hangen. Daarna maak ik een bak van gaaspanelen, deze vul ik volledig met blad. Zorg wel dat het blad droog blijft (afdakje). Door het inregenen klinkt het blad in en kan door het gewicht de stammen laten knikken. Met stammen van meer dan 2 meter is dit veel werk.
Je kunt de stammen ook op 1 meter afzagen en dan volledig inpakken in blad. In het voorjaar zal de stam gewoon uitlopen.
Afhankelijk van de winter en de weersverwachting pak ik de bananen omstreeks half april weer uit. Bij zacht weer zal de sapstroom van de banaan in het warme winterdek weer op gang komen en word het eerste blad gevormd. Dit rem ik dus enigszins af door vroeg uit te pakken.
Het eerste blad is vaak teer en zeer gevoelig voor wind en late nachtvorst. Deze snij ik dus af zodra ze lelijk zijn. De stam, is mijn ervaring, kan wel enige lichte nachtvorst verdragen. Ik heb een keer bij het uitpakken geconstateerd dat van de stam de bovenste meter volledig bevroren was. Dit gedeelte afgezaagd en in de zomer had ik weer een volledig gewas staan.